André Kammaraad, patanoom-analoog
en 15 andere verhalen die nergens over gaan
VERHALENBUNDEL
Prozafragment
Ze kwamen graag bij De Gare Raap, vooral voor intercollegiaal overleg, als Sjoof weer eens onzeker was over de kleurconfrontaties die hij in een onderhanden schilderij was aangegaan (‘Eindelijk durf ik groen op mijn pallet te steken’), of Gerstentruuder twijfelde over de sequenties van een vers dat hij onder de pen had, of over de titel die hij boven een verhaal of gedicht zou willen zetten. Dat laatste was ook nu weer de aanleiding voor hun rendez vous. Gerstentruuder had als werktitel voor een nieuwe vertelling gekozen voor De Waanzinnige Knaarievogel en vroeg zich af of het niet beter was te kiezen voor De Waanzinnige Knaarie of gewoon De Waanzinnige Vogel. Sjoof wist het niet. Hij vond alle drie de titels behoorlijk goed.
Het vers ging over een eigenzinnig vogeltje – Sjoof zei altijd ‘vooweltje’ – dat een manier gevonden had om IS-musjes dwars te zitten, die na een heftig verblijf overzee weer in het bos terugkeerden. Het knaarie-vogeltje had een speciale techniek ontwikkeld waarmee ze het maken van glijlandingen door herintredende IS-musjes, ernstig kon bemoeilijken. Toepassing van die techniek leidde ertoe dat de tak-vastheid van de meeste herintreders gevaarlijk afnam. In ornithologische kringen wordt onder tak-vastheid verstaan: de relatieve competentie van een bepaalde vogel om aan te koersen op een tak en daar met precies snelheid nul op tot stilstand te komen. Het waanzinnige van het gedrag van Gerstentruuders vogeltje zat hem nu hierin dat de knaarie bij zijn subversieve, tak-vastheid verstorende vluchten, toeren moest uithalen – zoals zigzaggend ‘tegen-vliegen’ – die de knaarie zelf het leven konden kosten.
Poëziefragment
Wie hebben we daar?
Wie hebben we daar?
Het is Woutje,
hij is klaar!
Met z’n werruk.
Met z’n werruk.
Gis-tre bouwde hij een kerruk.
Niemand in!
Niemand zin!
Wél een koor.
Zong maar door.
Maar waarvoor?
Maar waarvoor?
Mathieu Weggeman is hoogleraar Organisatiekunde aan de Technische Universiteit Eindhoven, zelfstandig bestuursadviseur en toezichthouder bij onder meer de Hogeschool voor de Kunsten in Utrecht en bij SintLucas en ZuidZorg in Eindhoven. Hij is lid van Anytime Fitness in Eijsden en volgt pianolessen bij Alice Hendriks. Andere werken van hem zijn: Waarom zouden we doodgaan? (Prometheus), Leidinggeven aan professionals? Niet doen! (Scriptum) en de dichtbundel Een vilein gebied (Rubinstein).