De afstudeerscriptie

Over het voorbereiden, indelen en schrijven van bachelor- en mastertheses

Auteur:   Peter Nederhoed


Preview
Paperback, 16 x 24 cm, 232 pagina's, zwart-wit met steunkleur, Nederlands,

 9,99
 24,99
Gratis verzending binnen NL vanaf €19,90. Vandaag voor 16.00 uur besteld, volgende werkdag in huis

Hè, hè, bijna klaar met mijn studie. Nu alleen nog even de afstudeerscriptie. Was dat maar ‘even’! Bijna altijd vraagt het opzetten, indelen en schrijven ervan meer tijd dan gedacht en gepland. En dat kan vervelende consequenties hebben: nog eens collegegeld betalen, een hogere studieschuld opbouwen en/of de dure hulp van een commercieel scriptiebureau inroepen. Dit boek beoogt je te helpen dat te voorkomen. Het doet dat aan de hand van talrijke tips die gebaseerd zijn op de langdurige ervaring van de auteur als begeleider van afstudeerstudenten in het Hoger Onderwijs. Die tips worden rijk geïllustreerd met voorbeelden uit de bachelor- en mastertheses van diverse studierichtingen.

Wat kun je in De Afstudeerscriptie verwachten? Antwoord op de volgende vragen:

·  Hoe kom ik aan een geschikt onderwerp voor mijn afstudeerscriptie?

·  Aan welke eisen moeten de daaruit af te leiden doel- en vraagstelling en onderzoeksstrategie voldoen?

·  Wat zijn de belangrijkste componenten van een duidelijk en haalbaar scriptieplan/onderzoeksvoorstel?

·  Waar en hoe vind ik in de bibliotheek/mediatheek en op internet relevante en betrouwbare informatie over mijn onderwerp?

·  Op welke wijze verwerk ik de door mij gevonden informatie in aantekeningen?

·  Welke mogelijkheden zijn er om mijn tekst in te delen? Welke standaardstructuren kunnen mij daarbij helpen? Op welke valkuilen moet ik bij de indeling beducht zijn?

·  Wat zet ik in de hoofdonderdelen van mijn scriptie: Inleiding, Theoretisch Kader, Onderzoeksopzet/Methode, Resultaten, Discussie, Conclusies, Aanbevelingen?

·  Hoe ga ik om met de bijkomende onderdelen: Omslag, Titelpagina, Voorwoord, Inhoudsopgave, Samenvatting, Aangehaalde literatuur/Literatuuropgave?

·  Waarom is het belangrijk mijn tekst weloverwogen in alinea’s op te splitsen? Hoe maak ik van deze alinea’s samenhangende, afgeronde en overzichtelijke eenheden?

·  Met welke stilistische technieken zorg ik voor een begrijpelijke en prettig leesbare tekst? Hoe om te gaan met opsommingen? Met ‘ik’ of ‘wij’? Met de lijdende vorm (passieve formuleringen) of de bedrijvende vorm (actieve formuleringen)? Met tangconstructies? Met de naamwoordstijl?

Peter Nederhoed helpt studenten in het HBO en WO bij het plannen, uitvoeren en beschrijven van afstudeeronderzoek. Hij is auteur van o.a. Helder Rapporteren, al jarenlang een van de meest gebruikte boeken over het schrijven van scripties (ruim 80.000 verkochte exemplaren!). Peter Nederhoed was gastdocent in Griekenland en verzorgde lezingen in Spanje en Zuid-Afrika. Daarnaast geeft hij rapportagetrainingen aan medewerkers van bedrijven en overheidsinstellingen.



Reacties

Uitgebreid handboek voor studenten en eventueel studiebegeleiders ter ondersteuning van het schrijven van een afstudeerscriptie, van de voorbereiding tot het eindproduct. Bij de verschillende stappen wordt de student begeleid. [...] Geen boek om van A tot Z te lezen, maar als naslagwerk zeker zeer bruikbaar. Aan de hand van het register achterin kan makkelijk op trefwoord de bijbehorende toelichting gevonden worden.

Arjan van Meijgaard voor NBD Biblion

Op het eerste gezicht is De afstudeerscriptie een fijn boekje. Auteur Peter Nederhoed geeft tips voor het voorbereiden, indelen en schrijven van een bachelor- of masterthesis. Het boek is logisch opgezet en de informatie is compact doch compleet. Wat vooral erg uitgebreid wordt uitgelegd, is de opbouw van het schrijfwerk. Naast droge stof, schrijfwijzen bijvoorbeeld, neemt Nederhoed je ook mee in zijn denkwijze. Dit gaat op een erg natuurlijke manier, waardoor je niet een trucje aangeleerd wordt. Dat maakt dat je het gevoel krijgt dat je zelf lekker aan het schrijven bent. Dit geeft een egoboost die veel studenten kunnen gebruiken tijdens het afstuderen.

Wat wel opvalt, is dat de invalshoek van Nederhoed beperkt blijft tot de sociale of economische wetenschappen. De voorbeelden zijn vaak moeilijk herkenbaar voor een geo-/bètawetenschappenstudent of geneeskundestudent. Zo zijn er wat kleine missende punten, zoals het gebruik van LaTeX en een aantal citatiemethoden. En er zijn complete hoofdstukken niet te gebruiken voor deze studenten. Ook het voorgestelde tijdspad is voor deze studenten niet realistisch. Het is onmogelijk om in drie weken (3/16e van het in dit boek gaat over het voorgestelde tijdspad) experimentele resultaten te verwerven én verwerken.

Nederhoed bespreekt zowel theorie- als praktijkgericht onderzoek, maar wel apart van elkaar, en rept niet over het grensvlak. Wat overigens geheel mist is het omgaan met afbeeldingen, zeker wanneer dit geen grafieken zijn. Zowel het verwerken in de tekst of het maken van een onderschrift wordt niet aangehaald.

Toch kan elke student wat meenemen van dit boek. Het derde deel van het boek focust zich op taalvaardigheid, wat natuurlijk een universeel punt is. Ook begint elk nieuw hoofdstuk met een inspirerende quote, waardoor het toch voelt als een dialoog: het boek is een schrijfmaatje. (Winnie Henderson)

DUB (onafhankelijk nieuwsmedium van de Universiteit Utrecht)

Vijf tips tegen een scriptiedip

Ze bestaan echt, studenten die fluitend aan hun scriptie schrijven en ‘m keurig volgens planning bij hun begeleider inleveren. Maar voor veel anderen is hun scriptie vooral een maandenlange martelgang vol writer’s blocks, next level soggen en serieuze scriptiestress. Doodzonde én niet nodig, vindt scriptieschrijfexpert Peter Nederhoed.

Nederhoed is auteur van het onlangs verschenen boek ‘De afstudeerscriptie, over het voorbereiden, indelen en schrijven van bachelor- en mastertheses’. De titel verklapt al dat het een vrij systemisch boek is over de techniek van scripties schrijven. Nederhoed zet uiteen welke stappen je moet zetten om tot een goede scriptie te komen en gaat per stap dieper in op de wetmatigheden en vuistregels die daarbij horen. Na het lezen van dit boek maak je bijvoorbeeld nóóit meer de fout om doelstelling en probleemstelling met elkaar te verwarren; Nederhoed is heel overtuigend dat je jezelf daarmee diep in de nesten werkt.

Naast ‘technische’ schrijfproblemen zijn er natuurlijk ook volop mentale drempels: de writer’s blocks, het eindeloze uitstelgedrag en next level soggen. Daarover vind je wat minder informatie in het boek – net zoals elke scriptieschrijver moest ook Nederhoed zijn onderwerp goed afbakenen ;) Maar desgevraagd heeft de scriptie-expert voor U-Today wel wat adviezen op dat vlak. Vijf tips tegen een scriptiedip

1. Zorg voor een goede planning
De planning die je bij de start van je afstudeeropdracht hebt opgesteld, is een langetermijnplanning die alleen in grote trekken aangeeft wanneer je wat gaat doen. Zet die om in een meer gedetailleerde planning, waarin je de schrijfopdracht opsplitst in een lijstje met kleine deeltaken die je in één of hooguit enkele weken kunt afronden. Dan werk je gerichter: je weet precies waarover je vandaag iets op papier gaat zetten en waarmee je de volgende dag verder gaat. En doordat je iedere week weer een taak van het schrijflijstje kunt afvinken, is het ook goed voor je motivatie.’

2. Saboteer soggen (scriptie-ontwijkend gedrag)
‘Regel een ruime, comfortabele en liefst vaste schrijfplek waar je ongestoord kunt werken. Alle zaken die je daarbij denkt te gebruiken, moeten er kunnen blijven liggen. Zet alles en iedereen op afstand die je van het schrijven zou kunnen afhouden. Gun jezelf privacy, rust, gelegenheid je te concentreren. Je mailt, chat en appt dus niet op je werkplek, checkt er niet je socials. Dat doe je maar elders of - als dat niet kan - op een of twee vaste tijdstippen. Vrienden zijn even niet welkom of krijgen te horen dat ze voorlopig niet op je hoeven te rekenen. Wees dus bewust ‘asociaal’. Ruim verder na iedere schrijfsessie alles op wat je niet meer nodig hebt. Dat zorgt voor een omgeving waarin je ‘opgeruimd’ terugkeert.’

3. Parallel schrijven en onderzoeken
‘Wacht niet met schrijven tot je onderzoek compleet is afgerond. Het is efficiënter het daarmee gelijk op te laten lopen door onderwerpen waarover je voldoende materiaal hebt verzameld (bijvoorbeeld het theoretisch kader) of die je hebt afgerond (bijvoorbeeld je onderzoeksopzet), meteen ruwweg op papier te zetten. Je schrijftaak wordt op die manier stukken overzichtelijker. Je hoeft dan eigenlijk 'alleen maar' een serie deelrapportjes te produceren. En die schrijf je gemakkelijker als je nog midden in de stof zit, alle materialen nog bij de hand hebt en eenvoudig iets kunt verifiëren.’

4. Schrijf van makkelijk naar moeilijk
‘De tekstdelen die je níet parallel aan je onderzoek kunt uitwerken, kun je het best schrijven in een volgorde van gemakkelijk naar moeilijk. Begin bijvoorbeeld niet met de inleiding, want die laat zich pas goed schrijven als de rest van het verslag al min of meer af is. Start met een eenvoudiger te verwoorden onderdeel of met het onderdeel dat je het meeste aanspreekt. Heb je dat eenmaal af, dan kan dat zorgen voor de ‘flow’ waarin je zonder al te veel problemen ook andere, moeilijker onderdelen op papier kunt krijgen.’

5. Koester je flow
'Houd je verhaal in beweging. Het moet als het ware zichzelf vertellen. Zet de zinnen die zich aan je opdringen, onmiddellijk op papier voor je ze kunt vergeten. Weeg niet allerlei formuleringen in je hoofd tegen elkaar af; dat haalt de vaart uit het schrijfproces. Gegevens die je niet bij de hand hebt, laat je voorlopig voor wat ze zijn. Noteer alleen tussen haakjes om wat voor gegevens het gaat (‘formule vermelden’, ‘onderbouwen met cijfers uit tabel’, ‘bronvermelding toevoegen’, 'voorbeeld zoeken'). Stop ook niet om dingen na te lezen en te verbeteren. Corrigeren vergt een andere mindset en is daarom van later zorg.’

U Today, Marieke Enter