Leukerlands
Taalplezier in stukjes
Reacties
Leuk, Leuker, Leukstlands
Rob Tempelaars werkte 36 jaar lang aan grote woordenboekprojecten: eerst aan het Woordenboek der Nederlandsche Taal (WNT), het grootste woordenboek ter wereld, en daarna aan het Algemeen Nederlands Woordenboek (ANW). Tijdens al dat woordenboekwerk schreef Tempelaars ook nog tal van artikelen, allemaal op een of andere manier gerelateerd aan lexicografie en allerlei ‘stukjes over taal’. Daarvan zijn er nu ruim tweehonderd, door Tempelaars zelf geselecteerd, verzameld in Leukerlands. Taalplezier in stukjes. De bloemlezing bestaat uit 6 thematisch geordende delen: krachttaal, namen, neologismen, taalspel, woordenboeken en woordherkomst.
In Krachttaal lees je onder andere hoe een trambestuurder voor ‘gleufjesrijer uitgescholden werd en waar ‘Krijg de zemelen’ vandaan komt. Je wordt ook specialist in rijmende verwensingen zoals ‘Krijg een loopoor van hier tot Hollands spoor’, ‘Krijg de slingerschijt die langs je benen glijdt’ en ‘Krijg een zweer aan je jongeheer’. Ik heb er meteen enkele uit het hoofd geleerd en wacht op een zich eerstdaags voordoende gelegenheid om ze boven te halen. Ik weet niet hoe de aangesprokenen daarop zullen reageren. Als het bij voorkeur bij woorden blijft en iemand met ‘Stik in je pik’ riposteert weet ik meteen dat ook die Tempelaars heeft gelezen.
Het tweede deel gaat over Namen: achternamen, bijnamen, spotnamen … Met bijnamen begeef je je op het terrein van de semantiek, etymologie, syntaxis, morfologie en zelfs op dat van de dialectgeografie, psycholinguïstiek en sociolinguïstiek. Zowat alle facetten van de taalkunde zijn er als het ware in verzameld. Je leest er wat ‘Buffalo’, de naam voor de voetbalclub AA Gent, met Buffalo Bill, te maken heeft. Je verneemt er waarom de voormalige Ajax-doelman Heinz Stuy ‘Heinz Kroket’ werd genoemd, wie de ‘Pitbull van God’ was en wat ‘Teflon Mark (Rutte)’ met de ‘Teflon Don’ te maken heeft.
Heel leuk is het deel over Neologismen. Er staan onvermijdelijk enkele coronawoorden in (anticoronaplant, coronakabinet, flurona, mondkapjesdag), maar evenzeer vind je er stukjes over knuffelvest, rouwclown, tepelgate en taalmakelaar (een door de gemeente aangestelde functionaris die laaggeletterden met instanties in contact brengt die kunnen helpen hun Nederlands te verbeteren). Je ontdekt er ook wat de wüstburger met de Olympische Winterspelen van 2022 in Peking te maken heeft.
Leukerlands gaat verder met Taalspel met onder andere een stukje over vileine herinterpretaties van letterwoorden zoals HEMA (Hier Eet Men Afval), PUMA (Pobeert U Maar Adidas) en SHELL (Stinkt Hevig En Loopt Langzaam).
De rubrieken Woordenboeken en Woordherkomst sluiten het boek af. Hier lees je onder andere waar ‘groetjes’ op het einde van een brief of sms vandaan komt, hoe het zit met ‘hotemetoot’ en waarom wie heel erg beschonken is ‘ladderzat’ genoemd wordt.
Op de achterflap van het boek staat een frase die perfect het gevoel samenvat dat me bij het lezen van dit taalboek overviel: “Dit is een boek om te grinniken en een heleboel van op te steken.” Het boek is inderdaad zowel informatief als entertainend. De vele voorbeelden die ik hierboven aanhaal geven er alvast een idee van hoe leuk Leukerlands is. Het boek is bovendien heel vlot geschreven en leest als een trein.
En, oh ja, kun je er als docent iets mee aan in de lessen Nederlands? Leukerlands is uiteraard geen taalleerboek voor studenten. Het is wel een bijzonder leuk boek voor elke docent en leerkracht in opleiding om er anekdotes, weetjes en dies meer uit te sprokkelen die als tussendoortjes in de lessen Nederlandse taalbeschouwing gedebiteerd kunnen worden.
In zijn Ter inleiding schrijft Tempelaars: ‘Als je eenmaal de smaak van taal te pakken hebt, neemt ze je in een prettige houdgreep en laat ze je nooit meer los.’ Wie dit boek leest, zal zich beslist niet stierlijk vervelen en op de koop toe nog eens te weten komen waar die uitdrukking vandaan komt.
José Vandekerckhove, voorzitter Netwerk Didactiek Nederlands (netdidned.be)Een geestig boek over de Nederlandse taal en taalgebruik. Het boek bevat columns en bijdragen geschreven voor websites, boeken, tijdschriften en de taalkalenders van Onze Taal. Met ruimte voor o.a. scheldwoorden en verwensingen, neologismen, amusante anekdotes, kinderverzinsels en woordverklaringen. Informatief, maar vooral ter ontspanning. Toegankelijk en met veel humor geschreven. Met grappige zwart-witillustraties in cartoonstijl.
NBD Biblion